Rainbow Beach–Fraser Island–Hervey Bay–Agnes Water

Na Noosa (waar we helaas geen dolfijnen en schildpadden hebben gezien) zijn we doorgereden naar Rainbow Beach. Een klein dorpje aan het strand met een paar winkeltjes. Er zaten drie hostels op rij dus aan backpackers in ieder geval geen tekort! Gezellige feestjes gehad de eerste avonden. Vanuit Rainbow Beach hadden we een tourtje geboekt naar Fraser Island. Dat is een best groot eiland op 20 minuutjes varen. Er zijn daar bijna geen verharde wegen, de aboriginals willen het houden zoals het is. We reden erheen met een grote, stoere 4x4 auto met een groepje van 8. Er waren nog 3 andere auto’s en we moesten constant de voorste auto blijven volgen. Om het half uur ongeveer werd er gewisseld van bestuurder, en ik vond het wel jammer dat ik m’n rijbewijs nog niet had. Omdat er geen verharde wegen zijn reden we de hele tijd over het strand, een hele ervaring! Ik weet nu wel precies wat je moet doen als je auto vast zit in het losse zand. De eerste dag zijn we over (heel erg hobbelige) bospaadjes naar Lake McKenzie gereden. Een prachtig meer, met heel erg helder water en een hele mooie omgeving. We sliepen die nacht op een kamp (omheind, vanwege de dingo’s) in tentjes zonder matras of kussen. Daar heb ik onder andere een gigantische spin gezien (net een nachtmerrie) en ratten. Na een nachtje met weinig slaap zijn we de volgende dag eerst naar Eli Creek gereden (ook wel Hangover Creek genoemd). Dat was een soort natuurlijke wildwaterbaan, je kon je gewoon laten meeslepen door de stroming. Dat water was ook nog eens zo schoon dat je het gewoon kon drinken dus daar hebben we onze drinkwatervoorraad aangevuld. Hierna zijn we naar een uitkijkpunt gereden en hebben we zeeschildpadden gespot (eindelijk!). En hebben we nog een duik genomen in de champagne pools. In de zee mocht je niet zwemmen vanwege de haaien en kwallen. De derde en laatste dag zijn we naar Lake Wabby gereden. Eerst nog wel een wandeling van 45 minuten door het hete zand gemaakt, maar het was het waard want Lake Wabby was supermooi. Er zaten kleine visjes die de dode huidcellen van je voeten aten, en in Nederland betaal je daar minstens 30 euro voor! Het kietelde wel heel erg haha. Toen we op de boot stonden te wachten om terug te gaan naar het vaste land kwam er nog een groep nieuwsgierige dolfijnen bij het strand. Zo leuk om ze van zo dichtbij te zien! Toen we terugkwamen in Rainbow Beach en een ijsje gingen halen kwamen we toevallig 3 mensen van de originele groepsreis tegen. Die middag arriveerden er nog 4 dus hadden we die avond een gezellige reünie. Na Fraser Island zijn we nog 2 nachten in Rainbow Beach gebleven en daarna zijn we naar Hervey Bay gereden. Dat was dus echt niks aan. Het hostel was wel leuk en gezellig maar verder was er niks te doen in de hele stad. We zijn nog wel naar een haaienmuseum geweest, maar dat was echt vreselijk saai. In het hostel verbleef een meisje uit Leeuwarden, en het was wel even grappig om Fries met haar te praten. “Geheim taal”. Na 2 nachten Hervey Bay zijn we naar Agnes Water gegaan, waar ik nu nog steeds ben. Gisteren hebben we de “Scooteroo tour” gedaan. Een paar uren rijden op scooters die verkleed zijn als Harley Davidson’s. Dit was echt een van de leukste dingen die ik tot nu toe in Australië heb gedaan! We zijn wel over de 70 km/u gegaan! Vandaag hebben we lekker gesurft, want dit is helaas het laatste strand aan de oostkust waar je nog kunt surfen. Verder naar het noorden krijg je het Great Barrier Reef dus dan kan het niet meer. Het surfen gaat steeds beter, dus als ik over een paar weken weer in Sydney ben ga ik lekker veel surfen.

En nu weten jullie weer precies wat ik allemaal meemaak, en heb ik het helemaal warm van het schrijven, pfff, dus ga ik een lekker ijsje halen. xxxx